We kunnen dit jaar nauwelijks van een winter spreken, eerder van een lange herfst. Het heeft niet of nauwelijks gevroren of gesneeuwd, de temperatuur is zacht voor de tijd van het jaar en de stormen en regenbuien slaan ons om de oren. Het lijkt wel of alle voorjaarsbollen tegelijk verschijnen en het is net maart, dus hebben de meesten van ons lentekriebels. We willen maar wat graag weer aan de slag in de tuin of op het balkon. Beleef alvast de nodige voorpret door groenten, kruiden en eenjarige zomerbloeiers voor te zaaien, in de vensterbank, kas of koude bak. In ons tuincentrum in Helmond, Nuenen, Oirschot, Heukelom, Oss, Valkenswaard, Veldhoven en Deurne heb je volop keuze uit zakjes zaden en zadenmengsels.

 

Lees hier welke zaden je nu het beste kan zaaien en onze zaaitips voor de mooiste planten! Veel zaaiplezier!

Kruidenzaden
Om je eigen kruidenplanten te hebben kan je nu vast beginnen met het zaaien van: 
Basilicum, Bieslook, Dille, Kervel, Koriander, Peterselie en Rozemarijn.

Bloemen
Zaden die zullen uitkomen als prachtige bloemen zijn:
Afrikaantjes, Anjers, Asters, Kattensnor (Cleome), Leeuwenbekje, Siererwt (Lathyrus), Siertabak (Nicotiana), Verbena en Vlijtig liesje

Groenten
Maak vast een gezonde start door groentenzaden te zaaien. Denk bijvoorbeeld aan: 
Artisjok, Aubergine, Bloemkool, Broccoli, Komkommer, Paprika, Pepers, Prei, Radijs, Tomaat

1. Het juiste bakje
Je kunt allerlei bakjes, potjes, kweekkasjes of kweektrays gebruiken. Erg handig zijn turfpotjes, want die kun je straks met plant en al in de grond stoppen.

2. Passende grond
Gebruik verse, universele potgrond of speciale zaai en stekgrond.

3. Volg de instructies
Volg de instructies op het zakje of kijk in een tuin boek of op internet naar de juiste, specifieke zaaiwijze. Sommige zaden moeten dieper in de grond of lichter of warmer staan dan andere. Doorgaans hebben grote, dikke zaden een dikkere laag grond erbovenop nodig dan fijne zaden.

4. Tussenpoos 
Zaai met een tussenpoos van twee weken, voor een langere bloei- of oogstperiode.

5. Gebruik labels 
Zet er altijd meteen een label met de naam van de plant, het kruid of de groente bij.

6. Water geven
Laat je zaailingen niet uitdrogen. Fijne zaden kun je beter besproeien met een plantenspuit dan met een gieter bewateren, anders gaan ze samenklonteren.

7. Verspenen
Wanneer er te veel zaailingen te dicht op elkaar groeien verwijder je de kleinste exemplaren (=verspenen). Doe dit voorzichtig met je vingers of met een pincet.

8. Naar buiten
Wacht tot de kans op nachtvorst verdwenen is, voordat je je opgekweekte plantjes buiten zet. Let er daarbij op dat de temperatuursovergang niet te groot is. Het beste is om de jonge plantjes af te harden door ze elke dag een paar uur langer buiten te zetten.